Ik las: 'Hoogbegaafd' van Tessa Kieboom en zo differentieer ik naar boven...

Prof. dr. Tessa Kieboom is directeur van Exentra, expertise centrum rond hoogbegaafdheid. Zij is de auteur van het boek 'Hoogbegaafd. Als je kind (g)een einstein is' (Lannoo, 2007)

Het boek is een uitgebreide beschrijving van wat hoogbegaafheid is, welke kenmerken deze kinderen vertonen en wat je als ouder, leerkracht of school kunt doen. In deze blogpost beschrijf ik de voor mij belangrijkste punten uit het boek en ik hoop je te inspireren het hele boek te lezen!

Hoogbegaafd - cognitief en zijn....
Volgens Tessa Kieboom is er bij hoogbegaafdheid sprake van een 'cognitief luik' en een 'zijnsluik'.

Het eerste verwijst naar de intelligentie van hoogbegaafde kinderen. De intelligentie wordt uitgedrukt in een IQ. Bij een IQ van 130 of meer is er sprake van hoogbegaafdheid. Het tweede luik refereert aan het feit dat hoogbegaafde kinderen op een heel specifieke manier in elkaar zitten. Er is sprake van een hele reeks kenmerken die ook bij andere 'gewone' kinderen kunnen voorkomen. De manier waarop je er als ouder, leerkracht of opvoeder op zou moeten reageren als ze zich voordoen, is echter anders bij hoogbegaafde kinderen. 
In het .. 'zijnsluik' ...zitten vier bijzondere kenmerken:

  • perfectionisme
  • rechtvaardigheidsgevoel
  • hypergevoeligheid
  • kritische instelling
 (pag. 21,22)

Tessa Kieboom geeft in het boek een uitgebreide beschrijving van deze kenmerken en hoe je daar het best mee om kunt gaan. Ze gebruikt hierbij veel voorbeelden van kinderen die ze in de loop van de tijd heeft leren kennen.

Perfectionisme
Het perfectionisme van hoogbegaafde kinderen uit zich soms in faalangst omdat de kinderen de lat voor zichzelf (en anderen !) extreem hoog leggen en als ...deze kinderen hun zelfopgelegde norm niet kunnen behalen, worden ze vaak extreem bang om te falen. Het leidt er jammer genoeg ook toe dat ze bepaalde dingen ineens helemaal niet meer willen doen of voortijdig opgeven. (pag. 25)
Als leraar of ouder kun je dit kind helpen door uitdrukkelijk te verwoorden wat jouw bedoeling precies is en waar jouw lat ligt. Dat is bijna altijd een stuk lager dan waar de zijne ligt... (pag. 26)

Heel veel hoogbegaafde jongeren met faalangst zijn ook echte keien geworden in het verzinnen van allerlei smoezen en uitvluchten: bijvoorbeeld dat ze zich niet kunnen concentreren. Eigenlijk zouden deze jongeren zich perfect kunnen concentreren, als ze maar durfden. (pag. 28,29)

Rechtvaardigheidsgevoel
Hoogbegaafde kinderen hebben een opvallend groot rechtvaardigheidsgevoel. Ze leven vaak in de ban van regels, gemaakte beloftes en als dan niet nagekomen afspraken. (pag. 30)

Hypergevoeligheid
...hypergevoeligheid kan zich op veel manieren manifesteren, maar leidt vaak tot grote angsten. (pag 34). De kinderen zien vele mogelijke gevaren, maken zich zorgen over onverwachte gebeurtenissen, zijn gevoelig voor in hun ogen 'onterechte' opmerkingen.

Kritische instelling
Een grote kritische instelling, dat is het minste wat je kunt zeggen van de opmerkzaamheid van hoogbegaafde kinderen, ze plaatsen op een heel natuurlijke manier kritische noten, Het lijkt wel of ze een speciale scanner hebben die ze voortdurend gretig gebruiken. Alles en iedereen wordt doorgelicht: mensen, afspraken, waarden en systemen. (pag. 38)

Tessa Kieboom benadrukt dat er aan de grens van IQ 130 niet rigide moet worden vastgehouden. Zij beschrijft in haar boek waarom juist sterke leerlingen niet perse (heel) goed presteren op een IQ test. Zoals gezegd moet hoogbegaafdheid worden gezien als de combinatie van de twee 'luiken'.

Tessa Kieboom beschrijft in het hoofdstuk 'Hoogbegaafd op school' zes verschillende profielen van hoogbegaafde kinderen. Deze profielen zijn niet alleen interessant als achtergrondinformatie voor een nog beter begrip wat betreft zijn (het hoogbegaafde kind) presteren of juist niet presteren op school, je kunt er ook uit afleiden welke aanpak en welke verbreding voor dit kind het meest efficiënt zal zijn. 

  1. Het succesvolle hoogbegaafde kind
  2. Het uitdagende hoogbegaafde kind
  3. Het onderduikende hoogbegaafde kind
  4. Het hoogbegaafde kind als drop-out
  5. Het hoogbegaafde kind met leer- en gedragsmoeilijkheden
  6. Het zelfstandige hoogbegaafde kind

(pag. 162 - 173).

Differentiëren naar boven...
In het boek beschrijft Tessa Kieboom het belang van differentiatie in de klas, waarbij de basisleerstof ingeperkt wordt (compacten) en de extra tijd wordt gebruikt voor moeilijker leerstof die ook 'moet'. Dit 'moeten' van moeilijke leerstof is belangrijk omdat je, net zoals je doet bij de rest van de klas, hiermee hoogbegaafde leerlingen door hun leerproces stuurt. (pag. 88)
Het is belangrijk dat ze leren, en dat ze leren dat dat met vallen en opstaan gaat. En dat zal niet gebeuren met leerstof die veel te gemakkelijk is.

Naast differentiatie in de klas beschrijft ze ook het gebruik van een kangoeroeklas, waar een paar uur per week leerlingen samen komen om te werken aan moeilijke(!) opdrachten. Ze schrijft: een taak moet eigenlijk zo moeilijk zijn dat ze die alleen kunnen maken met de hulp van andere leerlingen of de leerkracht. Daarnaast krijgen ze ook open opdrachten. Dit zijn opdrachten die ze op meerdere manieren tot een goed einde kunnen brengen, waardoor zowel hun creativiteit als hun associatievermogen wordt gestimuleerd en aangesproken. (pag. 105)

Tessa Kieboom waarschuwt in haar boek voor het versnellen (overslaan van een klas), omdat enkel en alleen versnellen, (zonder differentiatie en kangoeroeklas) is niets meer dan het probleem opschuiven. (pag. 111)

Hoe differentieer ik naar boven toe in de klas?
Zoals in het boek beschreven gaat het bij hoogbegaafdheid om het cognitieve luik en het zijnsluik. In de klas 'begin' ik met het 'zijnsluik'; ik leer de leerlingen kennen, geef ze de tijd om aan mij te wennen en neem ze (en  natuurlijk ook de rest van de leerlingen) serieus met al hun vragen, opmerkingen, kanttekeningen en verhalen over hersencellen, details uit de Griekse oudheid, anekdotes en (vele) weetjes.

Ik differentieer niet alleen naar boven toe voor de hoogbegaafde leerlingen, maar voor alle sterke leerlingen. Met rekenen hebben we een 'sterke' groep en met spelling ook. Dit zijn niet dezelfde leerlingen. Ik differentieer niet alleen bij rekenen en spelling, maar ook bij sommige taallessen, lezen, begrijpend lezen.

Differentiatie naar boven toe met rekenen doe ik in de volgende stappen:

  • voordat wij een nieuw blok starten, toets ik de leerlingen van de 'plus'groep (die we niet zo noemen!)
  • indien de leerstof (perfect) beheerst wordt, schrap ik voor deze leerlingen de lessen waarin de leerstof die perfect beheerst wordt aan bod komt
  • indien de leerstof niet perfect beheerst wordt, dan doet de leerling mee met de instructieles en maakt een aantal oefeningen
  • de tijd die vrijkomt gebruik ik om de leerlingen opdrachten te laten maken die moeilijk voor hen zijn. Deze opdrachten moeten gemaakt worden. Let hierbij wel op dat de opdrachten echt moeilijk genoeg zijn.
  • aan het einde  van het blok doen de leerlingen van de 'plus'groep gewoon mee met de toets.
  • op het rapport vermeld ik opmerkingen over de voortgang en aanpak van de 'moeilijke opdrachten'
Met spelling laat ik de leerlingen van de 'plus'groep na een korte instructie een aantal oefeningen van de basisstof maken (ik schrap dus flink in de hoeveelheid), waarna ik ze een toegepaste spellingsopdracht geef (schrijven) of oefeningen die moeilijker zijn. De leerlingen doen gewoon mee met de dictees en ook hier vermeld ik op het rapport hoe het pluswerk verloopt.


Aanvullende informatie:
Tessa Kieboom - Hoogbegaafd - nieuwe uitgave: http://www.lannoo.be/hoogbegaafd-nieuwe-editie
Website van Exentra: http://www.exentra.be/
Tessa Kieboom spreekt op het 25-jarig bestaan van het CBO in Nijmegen: https://www.youtube.com/watch?v=JCvG6oDWWHI&feature=youtu.be