Verwisselt ze de 'd' en de 'b' nog steeds? Of verwisselt ze bewerkingen bij rekenen?
Of werkt je leerling heel erg traag, vindt hij het moeilijk om zijn werk te organiseren?
Dan is 'Ik zie het anders' geschreven door Marc Litière (Lannoo, 2011) echt een aanrader! Want bovenstaande signalen kunnen wijzen op richtingsmoeilijkheden.
De (voor mij) belangrijkste punten uit dit boek zijn:
Kinderen met richtingsmoeilijkheden zijn kinderen die werken en denken van rechts naar links of die niet vlot beide werkrichtingen kunnen integreren.
Omschrijving van signalen van richtingsmoeilijkheden:
Primaire signalen zijn tekenen van richtingsmoeilijkheden die duidelijk zichtbaar zijn op papier, tijdens het praten of vertellen of in het dagelijkse leven. De kinderen draaien letters en cijfers om, ze lezen woorden van achter naar voor en maken strategiefouten bij het rekenen.
We noemen iets spiegelen als een kind letters, cijfers of het woord in spiegelbeeld schrijft, ze omkeert van links naar rechts (reversie) of van boven naar beneden (inversie) of omgekeerd.
Bij secundaire verhalen is er niet echt sprake van 'fouten' of 'anders doen' op papier, maar het kind kampt wel degelijk met richtingsmoeilijkheden. Alleen spelen alle omkeringen zich in zijn hoofd af: het kind weet dat het voor hem 'natuurlijke' antwoord niet juist is, en voert voordat hij iets neerschrijft of uitspreekt, in zijn hoofd een omkering uit. Dit vraagt echter heel wat energie, wat ook weer tot moeilijkheden kan leiden.
Onder tertiaire signalen verstaan we sociaal-emotionele moeilijkheden en zelfs psychosomatische moeilijkheden die ontstaan door de twijfel, het gebrek aan inzicht van volwassenen en door negatieve feedback, waardoor kinderen met richtingsmoeilijkheden het idee krijgen dat ze niets kunnen en het altijd fout doen.
Richtingsmoeilijkheden kunnen gedurende de gehele schoolloopbaan tot moeilijkheden leiden; op de kleuterschool, tijdens voorbereidend schrijven, bij lezen en schrijven, bij rekenen, bij metend rekenen, bij organiseren en plannen.
Marc Litière beschrijft de problemen en moeilijkheden uitgebreid en hij geeft een screeningslijst voor ouders en leerkrachten. Als verschillende van deze gedragingen blijven voorkomen en ertoe leiden dat het kind moeilijkheden krijgt op school, spreken we van richtingsmoeilijkheden.
In het derde hoofdstuk wordt door Marc Litière ingegaan op het ontstaan van richtingsmoeilijkheden, de motorische ontwikkeling, lateralisatie en de moeilijkheden die hierbij kunnen ontstaan.
In hoofdstuk 5 worden de zes basisprincipes voor het aanpakken van richtingmoeilijkheden beschreven:
- zorg voor inzicht en bewustwording
- zorg voor veel structuur
- geef ze respect
- geef ze meer tijd
- wees positief
- communiceer
Marc Litière geeft op pagina 131 twaalf gouden regels voor het omgaan met richtingsmoeilijkheden, waarbij ik vooral de volgende regel het opmerken waard vind: "We zijn positief en noemen het niet fout"
Hij geeft veel praktische handreikingen, maar geeft ook aan wanneer verder onderzoek noodzakelijk is.
In het laatste hoofdstuk (vanaf pagina 175) beschrijft hij oefeningen voor kinderen met richtingsmoeilijkheden:
- oefeningen voor lichaamsschema en proprioceptie
- oefeningen op symmetrie
- oefeningen op ruimtelijke oriëntatie
- kruisloop
- overkruisen van de middellijn
- beide richtingen aanbieden
Al met al een zeer praktisch boek, een aanrader voor leerkrachten in de onderbouw van de lagere school.
http://www.lannoo.be/ik-zie-het-anders
via google books: ik zie het anders